Overslaan en naar de inhoud gaan

Europa en glasvezel

foto Europese vlag

De Europese Commissie wil Europa de komende jaren klaarmaken voor een digitale toekomst. Ze heeft daarvoor meerdere doelstellingen vastgelegd, waaronder voor connectiviteit. Hierbij speelt glasvezel een belangrijke rol. Om deze doelstellingen te kunnen behalen, zijn verschillende wetgevende en andere initiatieven gestart die op deze pagina kort aan bod komen.

Lees meer over:

Europese doelstellingen voor connectiviteit

De Europese Commissie heeft doelstellingen vastgelegd voor de connectiviteit in Europa. Meer bepaald moet, volgens de ambities van de European Gigabit Society, in 2025 het volgende gerealiseerd zijn:

  • Gigabit-connectiviteit (dus snelheden van minstens 1 Gbps of 1000 Mbps) voor alle belangrijke socio-economische “drivers” zoals scholen, onderzoeksinstellingen, ziekenhuizen enz.
  • Ononderbroken 5G-dekking voor alle stedelijke gebieden en belangrijke verbindingswegen;
  • Toegang tot 100 Mbps-connectiviteit voor alle Europese huishoudens.

Op 9 maart 2021 werd door de Europese Commissie “The Digital Compass” voorgesteld. Tegen 2030 zouden:

  • Alle Europese huishoudens moeten gedekt zijn door een gigabit-netwerk;
  • Alle bevolkte gebieden moeten gedekt zijn door 5G.

In de toegang tot gigabit-connectiviteit (en ook tot 5G) speelt de uitrol van glasvezel een belangrijke rol.

Het Europees wetboek voor elektronische communicatie

Een belangrijke Europese richtlijn is het Europees wetboek voor elektronische communicatie (de European Electronic Communications Code) dat eind 2018 werd uitgevaardigd, en dat door iedere Europese lidstaat moet worden omgezet in zijn eigen wetgeving. Dit omzettingsproces zou in België afgerond worden tegen eind 2021. Het Europees wetboek moedigt de uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit, ook wel afgekort als VHCN (“Very High Capacity Network” in het Engels), via verschillende bepalingen aan.

Wat is een netwerk met zeer hoge capaciteit (VHCN)?

Volgens de definitie in het Europees wetboek (artikel 2, §2) is een netwerk met zeer hoge capaciteit (VHCN) een netwerk voor elektronische communicatie dat:

  • Ofwel ten minste tot aan het distributiepunt volledig uit glasvezel bestaat,
  • Ofwel in gebruikelijke piekomstandigheden, in staat is om soortgelijke netwerkprestaties te bieden (bijvoorbeeld qua bandbreedte, vertraging, e.d.)

Glasvezel tot aan het distributiepunt wordt verder verduidelijkt (considerans 13) als:

  • Voor vaste netwerkaansluitingen is dit een glasvezelinstallatie tot bij een meergezinswoning, die als het distributiepunt wordt beschouwd.
  • Voor draadloze aansluitingen is dit een glasvezelinstallatie tot bij het basisstation (de zendmast), dat hier als distributiepunt geldt.

schema VHCN

Met andere woorden, wat vaste netwerken betreft, vallen alle netwerken die bestaan uit glasvezel tot (minstens) aan het appartementsgebouw onder de categorie VHCN. De andere netwerken die voor een groter gedeelte uit een andere technologie bestaan, zijn VHCN’s als ze voldoen aan een lijst van criteria.

Berec (de Europese groepering van telecomregulatoren) heeft deze criteria vastgelegd in zijn richtlijnen, de BEREC Guidelines on Very High Capacity Networks. Enkele voorbeelden van criteria zijn:

  • downloadsnelheid van minstens 1 Gbps,
  • uploadsnelheid van minstens 200 Mbps,
  • IP-pakketfoutratio van minder dan 0,05%...

Een kabel- of coaxnetwerk kan, afhankelijk van het gebruikte protocol, bijvoorbeeld ook voldoen aan deze criteria.

Ook voor mobiele netwerken leggen de BEREC guidelines een set criteria vast als alternatief voor een mobiel netwerk waarbij de antennes verbonden zijn met glasvezel. Indien een mobiel netwerk voldoet aan de (strengere) criteria voor een “vast VHCN” (bijvoorbeeld over 5G) kan Fixed Wireless Access ook in de categorie van een “vast VHCN” vallen.

Maatregelen in het Europees wetboek om de aanleg van VHCN’s te bevorderen

Voor netwerken die onder deze definitie vallen stelt het Europees wetboek enkele concrete maatregelen voor die de uitrol ervan zouden moeten stimuleren.

Het typische reguleringsmodel waarbij de telecomregulator van een land voor een bepaalde markt aanduidt of er een dominante operator is en deze vervolgens bepaalde verplichtingen oplegt (zoals verplicht toegang verlenen tot zijn netwerk aan andere operatoren), wordt in het Europees wetboek flexibeler gemaakt om zo de uitrol van VHCN verder aan te moedigen.

Andere maatregelen om de uitrolkosten te verlagen zijn bijvoorbeeld:

  • Het toelaten van een meer symmetrische regulering met verplichtingen die van toepassing zijn op alle operatoren en niet alleen op deze die dominant zijn op de markt. Dit geldt in het bijzonder voor passieve netwerken die het gemakkelijker maken om een netwerk te delen met verschillende operatoren.
  • Een mogelijkheid tot minder regulering in het geval dat netwerken gedeeld worden, voor bepaalde vormen van co-investering of in het geval van wholesale only-operatoren (operatoren die toegang tot hun netwerk enkel verkopen op de wholesalemarkt, dus aan andere operatoren, en niet actief zijn op de retailmarkt).

Andere Europese initiatieven gekoppeld aan de uitrol van telecomnetwerken

Er zijn nog verschillende andere Europese instrumenten of initiatieven die tot doel hebben de uitrol van connectiviteit met hoge snelheid (waaronder glasvezelnetwerken) te versnellen. Hieronder worden de voornaamste kort opgesomd, meer informatie en andere initiatieven zijn te vinden op de website van de Europese Commissie:

  • De Broadband Cost Reduction Directive (BCRD) of de “Richtlijn van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid” heeft tot voornaamste doel het delen van infrastructuur waarin nieuwe netwerken kunnen aangelegd worden, mogelijk te maken, zoals het delen van leidingen tussen telecomoperatoren en andere nutsoperatoren. De BCRD legt hierover een aantal bepalingen vast, die ook werden omgezet in de Belgische wetgeving. Momenteel werkt de Europese Commissie aan een herziening. Meer informatie over de inhoud van de BCRD is te vinden op deze pagina over de BCRD.
  • De Connectivity Toolbox komt voort uit de Connectivity Toolbox Recommendation, een aanbeveling van 18 september 2020. Deze toolbox omvat een lijst van goede praktijken (“best practices”) die werden uitgewisseld tussen de Europese lidstaten om de uitrol van VHCN en 5G te versnellen. Elke lidstaat heeft ook een implementatieplan opgesteld om deze Toolbox te implementeren. Meer informatie is te vinden op deze pagina van de Europese Commissie.
  • Daarnaast zijn er Europese fondsen, zoals Connecting Europe Facility (CEF) dat de uitrol en modernisering van breedbandnetwerken wil aanmoedigen, alsook CEF-2 dat investeringen in connectiviteitsinfrastructuur voor gemeenschappelijk belang (zoals de belangrijke socio-economische “drivers” waarvan sprake in de Gigabit Society-doelstellingen) zal ondersteunen.